Goede rechtsbijstand voor iedereen

Scheiden of uit elkaar:
wat moet ik regelen?

Bij een echtscheiding of verbroken samenwoning moet er veel worden geregeld. U kunt daarbij denken aan de woning: wie van u beiden blijft daar wonen? Bestaat er recht op alimentatie? Voor minderjarige kinderen moet een ouderschapsplan worden gemaakt. Kunt u dat samen doen, of is een advocaat nodig? Kadanz Advocaten helpt u bij een echtscheiding of verbroken relatie. U kunt bij ons ook terecht voor mediation.

Stappenplan voor een scheiding

Hoewel uw relatie is verbroken, blijft u samen ouders van uw kinderen. In een ouderschapsplan staan afspraken over de wijze waarop u de zorg en opvoeding voor de minderjarige kinderen deelt. U maakt in het ouderschapsplan afspraken over de verdeling van die zorg en opvoeding (de zorg- en contactregeling). U kunt in het ouderschapsplan ook vastleggen op welke wijze u elkaar informeert en hoe u beslissingen neemt over belangrijke onderwerpen. Wie kiest bijvoorbeeld de school en wie draagt de kosten van de verzorging en opvoeding (kinderalimentatie). U kunt het ouderschapsplan zo uitgebreid maken als u zelf wilt, denk aan regels over bedtijden, huiswerk of kapper.

Met het ouderschapsplan moet worden voorkomen dat de ouders hun “eigen” belang boven dat van de kinderen plaatsen. Ouders blijven samen verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen en het ouderschapsplan helpt om daarbij stil te staan en daar over na te denken.

Het ouderschapsplan is wettelijk verplicht voor ouders die zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap hebben. Maar ook samenwonende ouders die gezamenlijk gezag hebben over de kinderen en uit elkaar gaan, moeten een ouderschapsplan maken.

Hieronder vindt u een ouderschapsplan waarin de meeste onderwerpen aan bod komen. U kunt dit gebruiken als leidraad om samen in gesprek te gaan over de opvoeding en zorg voor de kinderen na de scheiding. Als u samen afspraken heeft gemaakt, kunt u het ook samen invullen.

Uitgangspunt is dat iedere minderjarige onder gezag staat van een meerderjarige. Dit gezag is óf (gezamenlijk) ouderlijk gezag óf (gezamenlijke) voogdij. Het gezag over een kind start bij zijn geboorte. De biologische moeder heeft dus van rechtswege bij de geboorte het gezag over haar kind, tenzij de moeder zelf nog minderjarig is. Het gezag heeft betrekking op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte.
Een kind kan dus zelf geen rechtshandelingen verrichten. Minderjarigen mogen bijvoorbeeld geen handtekening zetten of een rechtszaak voeren. Als u gezag heeft over een kind, mag u dus officiële handelingen verrichten namens het kind. Bijvoorbeeld:

• uw kind inschrijven op een school;
• een paspoort aanvragen voor uw kind;
• toestemming geven voor een medische behandeling

Uitgangspunt is dat ouders tijdens het huwelijk het gezamenlijk gezag samen uitoefenen. Het gezamenlijk gezag voor gehuwde ouders start automatisch bij de geboorte van het kind in een huwelijk.

Tijdens een huwelijk zal er tussen ouders weinig discussie zijn over de keuze van de school, het aanvragen van een paspoort etc. Het kan echter anders lopen. Een ouder kan overlijden, of het huwelijk eindigt door echtscheiding. Wanneer beide ouders het gezag uitoefenen over hun minderjarige kinderen en één van hen overlijdt, dan oefent de langstlevende ouder van rechtswege voortaan het gezag alleen uit. Die langstlevende ouder bepaalt dus naar welke school het kind gaat, waar het woonachtig zal zijn etc.

Als een huwelijk eindigt door scheiding blijft het gezamenlijk gezag in principe in stand. Ook dan moeten ouders dus gezamenlijk beslissingen blijven nemen over de school, medische behandelingen en samen een paspoort aanvragen. Na een scheiding kan dat tot grote discussies leiden. Voor het aanvragen van een paspoort zijn bijvoorbeeld de handtekeningen van beide ouders nodig. Als één van beide ouders weigert, kan dat leiden tot een procedure waarbij vervangende toestemming wordt gevraagd voor de aanvraag van een paspoort. Ook kunnen ouders verschillend denken over de beste woonplaats of school voor hun kind.

Ongehuwden
Zijn ouders niet gehuwd, dan is het gezamenlijk gezag niet automatisch ‘van rechtswege’ geregeld. Ouders moeten daartoe samen een verzoek indienen bij de rechtbank van het arrondissement van de gemeente waar het kind is geboren. Ouders kunnen samen eenvoudig een formulier indienen en het gezamenlijk gezag aanvragen. Als er niets is geregeld dan heeft de moeder dus bij geboorte van het kind het eenhoofdig gezag. Vader kan aan haar verzoeken om met hem het gezamenlijk gezag uit te oefenen. Weigert de moeder daaraan haar medewerking te verlenen, bijvoorbeeld omdat de relatie inmiddels is beëindigd, dan kan vader zijn verzoek indienen bij de rechtbank en de rechtbank zal dan vast moeten stellen of gezamenlijk gezag in het belang is van de kinderen.

Ouders die niet zijn gehuwd moeten dus zowel de erkenning regelen bij de gemeente, als het gezamenlijk gezag aanvragen bij de rechtbank. In praktijk wordt dat laatste nog wel eens vergeten.

Een kind heeft recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staan. Voor de juridische ouder bestaat er een recht, en een plicht tot omgang met zijn kind. Voor ouders met gezag wordt in de wet gesproken van een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. Voor een juridische ouder zonder gezag, bestaat dus nog steeds een recht op omgang. Een kind heeft ook recht op omgang met anderen dan de juridische ouder, zoals de verwekker die het kind niet heeft erkend, de ex-stiefouder of familieleden, zoals grootouders. Deze groep zal echter wel een nauwe persoonlijke betrekking aan zijn verzoek om een omgangsregeling ten grondslag moeten leggen. Met de nauwe persoonlijke betrekking wordt aansluiting gezocht bij het begrip ‘family life’ als bedoeld in art. 8 EVRM.
Het uitgangspunt is dat er omgang dient te zijn tussen ouders en kind. Bij een afweging van alle belangen van alle betrokkenen prevaleren uiteindelijk de belangen van het kind. Hierbij dient niet de vraag beantwoord te worden of omgang in het belang van het kind is (goed is voor het kind), maar dient de vraag centraal te staan of omgang moet worden afgewezen, vanwege het bestaan van één of meer ontzeggingsgronden.
De rechter ontzegt de omgang slechts, indien:

  • omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind; of
  • de ouder of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang; of
  • het kind dat 12 jaar of ouder is, bij zijn minderjarigenverhoor ernstige bezwaren heeft tegen omgang met zijn ouder; of
  • omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.


Uit voorgaande blijkt dat er ‘zwaarwegende belangen’ moeten zijn om omgang te ontzeggen. Het wettelijk uitgangspunt is dus omgang, tenzij…

De regels voor kinderalimentatie zijn sinds 2015 aanzienlijk gewijzigd. De overheid wilde de berekening van kinderalimentatie eenvoudiger maken en dat is deels gelukt. Toch is de berekening niet zo simpel als altijd wordt gedacht.
Hoe ziet een alimentatieberekening er uit? Om in alle zaken een uniforme berekeningswijze toe te passen, hanteert de rechtspraktijk dezelfde richtlijnen. Deze richtlijnen zijn te vinden in het ‘Rapport alimentatienormen’, kortweg het ‘Tremarapport’. Hierin is te vinden hoe de berekening moet plaatsvinden en welke wijzigingen er voor dat jaar worden aanbevolen. Het gaat dus om aanbevelingen, hetgeen impliceert dat het Tremarapport geen wet is. Alle rechtbanken en iedere advocaat werkt met het Tremarapport, maar het is slechts beleid. Als er goede argumenten zijn om van het Tremarapport af te wijken, dan is dat uiteraard te proberen.

Bij de berekening van kinderalimentatie moeten de kosten van de kinderen worden verdeeld tussen de ouders naar rato van hun draagkracht. Hoe werkt dat precies?

De kosten van de kinderen
Om de berekening te kunnen maken, moeten we eerst vaststellen wat de kosten van de kinderen zijn. Tijdens een relatie hebben ouders een bepaald inkomen waarvan zij leven met het gezin. De kinderen zijn een bepaalde maatstaf van welstand gewend in het gezin. Het uitgangspunt is dat kinderen door de scheiding van hun ouders er financieel niet op achteruit mogen gaan. Met andere woorden, er wordt gestreefd naar een situatie waarbij de kinderen dezelfde welstand behouden als toen hun ouders nog samenleefden. Ook indien één van beide ouders een lager inkomen heeft, en deze ouder zorgt voornamelijk voor de kinderen na de scheiding, dan kan deze ouder met het lagere inkomen de kinderen toch dezelfde welstand bieden als tijdens het huwelijk, omdat de ouder met het hogere inkomen een onderhoudsbijdrage levert in de kosten van opvoeding en verzorging van de kinderen, de zogenaamde kinderalimentatie. Met kinderalimentatie kan de ouder met het lagere inkomen de sporten blijven betalen, maar ook een huis huren waarbij alle kinderen een eigen slaapkamer hebben, zoals zij gewend waren tijdens het huwelijk.

Bij een berekening kinderalimentatie stellen we eerst vast van welk inkomen de ouders tijdens de relatie of het huwelijk hebben geleefd. We berekenen daarvoor het ‘Netto Besteedbaar Inkomen’ aan de hand van loonstroken en jaaropgaves van het laatste volledige jaar dat ouders hebben samengewoond. Dit netto besteedbaar inkomen is niet gelijk aan het nettoloon. Bij het netto besteedbaar inkomen worden namelijk alle belastingvoordelen meegeteld (met uitzondering van de hypotheekrente aftrek en het woonwaarde forfait), het vakantiegeld wordt erbij opgeteld en eventuele dertiende maand en structurele bonus en/ of eindejaarsuitkering tellen ook mee.

Aan de hand van het netto besteedbaar inkomen van beide ouders en de leeftijd van de kinderen en het aantal kinderen binnen het gezin, wordt aan de hand van tabellen in het Tremarapport vastgesteld wat de kosten van de kinderen zijn.
In praktijk zie ik dat ouders vaak schrikken van de hoogte van de uitkomst. Vaak hoor ik: ‘zoveel geef ik helemaal niet uit aan mijn kinderen’. Dat is begrijpelijk. Het Tremarapport maakt in de berekening van de kosten van de kinderen namelijk een onderscheid in verblijfskosten en verblijfsoverstijgende kosten. Verblijfskosten zijn de kosten voor huisvesting, gebruik van gas, water en elektra. Verblijfsoverstijgende kosten zijn de kosten voor school, kleding, sport en vakantie. Om de kosten van de kinderen te kunnen vaststellen, telt het Tremarapport al deze kosten (verblijfs- en verblijfsoverstijgend) bij elkaar op. Dit maakt dat de kosten van de kinderen volgens het Tremarapport dus hoger zijn dan wat ouders iedere maand uitgeven aan hun kinderen.

Draagkracht
Om te kunnen vaststellen op welke wijze de kosten van de kinderen tussen ouders worden gedeeld, maken we een draagkrachtberekening. De berekening van de draagkracht is gebaseerd op de toekomst en daarvoor wordt het inkomen van nu, dus na de verbroken relatie of scheiding gehanteerd. Als een ouder sinds het verbreken van de relatie bijvoorbeeld ziek is geworden en een Ziektewet uitkering ontvangt, dan wordt bij zijn of haar draagkracht rekening gehouden met het lagere inkomen uit Ziektewet uitkering en niet meer met het inkomen uit arbeid dat werd genoten tijdens het huwelijk. Indien een ouder sinds de scheiding meer uren is gaan werken of structureel overwerkt, dan wordt bij de draagkrachtberekening rekening gehouden met dat hogere inkomen.

Bij de berekening van draagkracht wordt rekening gehouden met een aantal forfaitaire bedragen voor woonlasten en andere vaste lasten van ouders. Deze worden van zijn of haar inkomen afgetrokken. Ook wordt bij de niet-verzorgende ouder rekening gehouden met een zorgkorting. Indien het kind een aantal dagen per week bij de andere niet-verzorgende ouder verblijft, dan hoeft over die dagen geen kinderalimentatie te worden betaald. De verzorgende ouder bespaart zich uiteraard kosten als de kinderen er niet zijn. Hoe vaker de kinderen bij de niet-verzorgende ouder zijn, hoe hoger de zorgkorting.

5% bij gedeelde zorg minder dan 1 dag per week
15% bij gedeelde zorg op gemiddeld 1 dag per week
25% bij gedeelde zorg op gemiddeld 2 dagen per week
35% bij gedeelde zorg op gemiddeld 3 dagen per week

Bij de berekening van het gemiddelde per week, tellen alle vakanties en feestdagen mee. Als ouders een weekendregeling hebben afgesproken van een weekend per veertien dagen van vrijdag tot zondag en de helft van de vakanties dan is de zorgkorting dus 25% per week.
Dit neemt meteen het misverstand weg dat bij co-ouderschap geen kinderalimentatie wordt betaald. Ook bij co-ouderschap kan namelijk een verplichting bestaan om alimentatie te betalen. Immers, co-ouderschap betekent niet dat ook de tijd per week in alle gevallen exact wordt gedeeld. Bovendien kan het verschil in inkomen zo groot zijn dat nog steeds kinderalimentatie moet worden betaald. Meestal wordt bij co-ouderschap de zorgkorting van 35% toegepast.

Bij de berekening van de draagkracht wordt bij de verzorgende ouder overigens rekening gehouden met het te ontvangen kindgebonden budget en overige fiscale voordelen als alleenstaande ouder. Het kindgebonden budget wordt opgeteld bij het inkomen van de ouder waar de kinderen zijn ingeschreven.
Uiteindelijk wordt van iedere ouder de draagkracht berekend en die draagkracht wordt afgezet tegen de kosten van de kinderen. Dat levert voor iedere ouder een percentage op van hetgeen hij of zij moet dragen aan de kosten van de kinderen. Waarbij de verzorgende ouder deze kosten al (deels) in natura voldoet.
Kinderalimentatie wordt in ieder geval betaald totdat de kinderen 18 jaar zijn aan de meest verzorgende ouder. De onderhoudsplicht van ouders bestaat totdat de kinderen 21 jaar zijn. Van 18 tot 21 jaar wordt de alimentatie betaald aan het kind zelf.
Indien na de berekening van de kinderalimentatie een wijziging plaatsvindt, dan kan één van beide ouders verzoeken om een nieuwe berekening op basis van de nieuwe gegevens en een verzoek indienen tot wijziging van de kinderalimentatie

De kinderrekening en overleg
Los van bovenstaande richtlijnen voor kinderalimentatie kunnen ouders in onderling overleg tot geheel eigen afspraken komen als het gaat om de kosten van de kinderen. Vaak wordt daarvoor een kinderrekening gebruikt. Essentieel daarbij is dat ouders beiden toegang hebben tot deze rekening en dat zij daar beiden kosten van kunnen betalen. Ook mag er achteraf niet teveel discussie ontstaan over gedane uitgaven. Overleg (vooraf) en een goede verstandhouding is dus van belang. Verder is het belangrijk om vooraf een lijst samen te stellen van welke kosten wel, en welke kosten niet van de kinderrekening worden voldaan. Het grote voordeel van de kinderrekening of een alimentatie in onderling overleg, is dat ouders volledig kunnen afwijken van het Tremarapport en door middel van maatwerk een passende regeling voor hun kinderen kunnen maken.

Voor het berekenen van kinderalimentatie zijn veel gegevens nodig. Hieronder vindt u een overzicht van de noodzakelijke gegevens.

Een echtscheiding moet in Nederland nog steeds via de rechtbank worden geregeld. Scheiden zonder rechter is niet mogelijk. Wel kiezen steeds meer mensen voor een ‘overlegscheiding’ of mediation. Ook daarvoor kunt u bij Kadanz Advocaten terecht. Kenmerk van een scheiding middels een mediator is dat partijen door middel van overleg en bemiddeling onder begeleiding van een onafhankelijke derde samen proberen tot afspraken te komen over kinderalimentatie, partneralimentatie, de woning, de verdeling van goederen en pensioen, of de afwikkeling van de verbroken samenwoning.

Groot voordeel is dat de echtscheiding sneller kan worden geregeld. Bovendien is er in een bemiddeling ook ruimte om emoties, frustraties en teleurstellingen uit het huwelijk of de relatie uit te spreken. Dat kan helpen bij het verwerken van het verdriet en woede over het verlies van de ander als partner. Door middel van gesprekken leren partijen om elkaar niet meer te zien als (ex)partners, maar als gezamenlijke ouders voor hun kinderen in de toekomst.

Ander voordeel is dat de rechter geen beslissing oplegt, waardoor meestal één van beiden, of zelfs beide echtgenoten ontevreden zijn over de uitkomst. Partijen maken tijdens mediation samen afspraken. Omdat partijen de afspraken samen maken, beklijven deze langer dan een uitspraak van de rechter.

Het maakt voor de mediator niet uit wat de verstandhouding tussen u beiden is. Ook als u kwaad bent op uw ex-partner, als u verdriet hebt, of zich gekwetst voelt, is het de moeite om mediation een kans te geven. Een goede mediator zal niet van u verwachten dat u deze emoties direct opzij zet. Juist niet: in een mediation is ruimte en tijd om deze te bespreken, waarna het makkelijker is om zakelijke afspraken te maken.

Uiteindelijk moeten na de mediation de gemaakte afspraken goed op papier worden gezet in een convenant en wordt er een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank.

De echtscheidingsprocedure start door indiening van een verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechtbank. Dit verzoekschrift kan uitsluitend worden ingediend door tussenkomst van een advocaat. U kunt een echtscheidingsverzoek samen laten indienen door één advocaat. Indien u bijvoorbeeld via een mediator afspraken heeft gemaakt dan wordt het verzoek namens u beiden ingediend bij de rechtbank. De procedure is dan een hamerstuk en u hoeft dan niet ter zitting te verschijnen.

Indien u niet tot overeenstemming kunt komen over de echtscheiding dan kan op verzoek van één van de echtgenoten een verzoek tot echtscheiding worden ingediend bij de rechtbank. In dit verzoek kunnen ook een aantal nevenverzoeken, worden gevraagd, zoals: de partner- en kinderalimentatie; het gezag over, de omgang met, en de informatie over de kinderen; de verdeling en/of verrekening van de gemeenschap van goederen en andere verzoeken die voldoende samenhang hebben met de echtscheiding. De andere echtgenoot kan daarop een verweerschrift indienen en eventueel een eigen zelfstandig verzoek indienen. De zaak wordt vervolgens ter zitting behandeld.

Een echtscheidingsprocedure kan veel tijd in beslag nemen. Soms is het nodig dat er op korte termijn een aantal zaken wordt geregeld. Wie blijft er voorlopig in de woning, bij welke ouder verblijven de kinderen, hoe is de omgangsregeling met de andere ouder en hoe moet het financieel? Uw advocaat kan een verzoekschrift voorlopige voorzieningen indienen bij de rechtbank. Deze voorzieningen blijven van kracht totdat er over de betreffende onderdelen in de echtscheidingsprocedure definitief is beslist.

Na de echtscheiding bestaat er niet alleen een onderhoudsverplichting voor kinderen, maar ook voor de ex-echtgenoot. Of alimentatie moet worden betaald, hangt af van drie factoren: de draagkracht van de alimentatieplichtige, de behoefte van de alimentatiegerechtigde,en de draagkrachtvergelijking. Het bepalen van partneralimentatie is altijd maatwerk. Er zijn veel factoren die de berekening van partneralimentatie beïnvloeden.

U kunt met uw ex-partner afspreken hoe lang u alimentatie ontvangt of betaalt. Lukt het niet om daarover een afspraak te maken dan kunt u de rechter vragen een termijn vast te stellen. De hoofdregel is dat de alimentatietermijn gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Op deze hoofdregel gelden drie uitzonderingen:

  • Zijn er uit het huwelijk geboren kinderen jonger dan 12 jaar, dan eindigt de alimentatie niet eerder dan wanneer het jongste kind 12 jaar is;
  • voor huwelijken langer dan 15 jaar waarbij de leeftijd van de ontvangende partner ten hoogste 10 jaar lager is dan de AOW-leeftijd, loopt de alimentatietermijn in ieder geval tot de AOW-leeftijd;
  • voor huwelijken langer dan 15 jaar en waarbij de ontvangende partner geboren op of voor 1 januari 1970 met een leeftijd tot 10 jaar onder de AOW-leeftijd, bedraagt de termijn 10 jaar.


De alimentatieplicht eindigt sowieso wanneer de gewezen echtgenoot die alimentatie ontvangt, opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat, of gaat samenleven met een ander als waren zij gehuwd.

Gemeenschap van goederen
Bent u gehuwd voor 1 januari 2018 en heeft u geen huwelijksvoorwaarden gemaakt, dan bent u gehuwd in gemeenschap van goederen. Bij echtscheiding moeten dan in de regel alle bezittingen en schulden bij helfte tussen echtgenoten worden verdeeld. Bent u na 1 januari 2018 gehuwd en heeft u geen huwelijkse voorwaarden gemaakt dan is er sprake van een beperkte gemeenschap van goederen. Alles wat echtgenoten hadden aan vermogen vóór het huwelijk valt niet in de bepekte gemeenschap van goederen en blijft dus privé. Ook erfenissen en giften tijdens het huwelijk, blijven privé.

Huwelijksvoorwaarden
Huwelijksvoorwaarden kunnen over het algemeen in twee hoofdlijnen worden verdeeld:

  • uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen zonder verrekenbeding
  • uitsluiting van elke gemeenschap van goederen met een verrekenbeding.


Koude uitsluiting

In geval van een algehele uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen, zonder verrekenbeding (ook wel genoemd de ‘koude uitsluiting’), blijven de vermogens en in beginsel de inkomens gescheiden. Ieder blijft eigenaar van zijn of haar vermogen. Wat van het inkomen is overgebleven (gespaard), komt toe aan degene die het betreffende inkomen heeft verdiend. Onder bepaalde omstandigheden kan dit onredelijk en onbillijk zijn.

Verrekenbeding
In geval van een algehele uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen, met een verrekenbeding, gelden twee soorten verrekenbedingen: de periodieke en de finale verrekenbedingen.

Bij de periodieke verrekenbedingen dienen de echtgenoten jaarlijks te verrekenen. Als de echtgenoten tijdens het huwelijk niet hebben verrekend, dan kan dat nog bij het einde van het huwelijk. Dan moet ook de vermogensvermeerdering, ontstaan door belegging van hetgeen uit de inkomsten van een echtgenoot is bespaard, maar ongedeeld is gebleven, in de verrekening worden betrokken.

Bij de finale verrekenbedingen wordt er bij het einde van het huwelijk verrekend. Meestal wordt er dan afgerekend als waren de echtgenoten gehuwd in gemeenschap van goederen.

Om u zo goed mogelijk te kunnen adviseren moeten wij in kaart brengen welke vermogensbestanddelen er zijn. Hieronder vindt u een lijst met de bezittingen en schulden die wij nodig hebben.

In de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS) is bepaald dat de ene echtgenoot recht heeft op de helft van de pensioenopbouw van de andere echtgenoot, gedurende de huwelijkse periode. Dit recht is onafhankelijk van het tussen partijen geldende huwelijksregime. Gedeeld wordt alleen het ouderdomspensioen en niet het bijzonder nabestaande pensioen. Dat is het pensioen dat wordt ontvangen na overlijden van de ex echtgenoot.
Het betreft regelend recht, zodat u en uw echtgenoot van het wettelijk stelsel kunnen afwijken bij huwelijks voorwaarden of bij schriftelijk echtscheidingsconvenant.

Download gratis voorbeelden

Ouderschapsplan

Dit ouderschapsplan wordt u gratis aangeboden door Kadanz Advocaten. Dit voorbeeld voldoet aan de eisen die door de wet en door de rechtbank aan een ouderschap worden gesteld. Indien u hulp of advies nodig hebt bij het invullen van het voorbeeld ouderschapsplan, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op.

Kijk voor meer modellen op onze downloadpagina

Parenting Plan

This parenting plan is offered to you free of charge by Kadanz Advocaten. This model meets the legal and court requirements for parenthood. If you need help or advice filling in the model, please feel free to contact us.

Kijk voor meer modellen op onze downloadpagina

Checklist kinderalimentatie

Deze checklist kinderalimentatie wordt u gratis aangeboden door Kadanz Advocaten. Vul deze checklist in en lever deze in bij uw advocaat. Indien u hulp of advies nodig hebt bij het invullen van deze checklist kinderalimentatie, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op.

Kijk voor meer modellen op onze downloadpagina

Checklist personalia

Deze checklist personalia wordt u gratis aangeboden door Kadanz Advocaten. Vul deze checklist in en lever deze in bij uw advocaat ter voorbereiding op een intake gesprek voor echtscheiding/familierecht. Indien u hulp of advies nodig hebt bij het invullen van het deze checklist personalia, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op.

Kijk voor meer modellen op onze downloadpagina

Checklist partneralimentatie

Deze checklist partneralimentatie wordt u gratis aangeboden door Kadanz Advocaten. Vul deze checklist in en lever deze in bij uw advocaat. Indien u hulp of advies nodig hebt bij het invullen van deze checklist partneralimentatie, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op.

Kijk voor meer modellen op onze downloadpagina

Checklist bezittingen en schulden

Deze checklist bezittingen en schulden wordt u gratis aangeboden door Kadanz Advocaten. Vul deze checklist in en lever deze in bij uw advocaat. Indien u hulp of advies nodig hebt bij het invullen van deze checklist bezittingen en schulden, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op.

Kijk voor meer modellen op onze downloadpagina.